Corien Herweijer in Zuid Soedan
‘Baby Corien is doing very fine’, vertelt David me over de telefoon. Telefoonverbindingen met Zuid Soedan zijn vaak slecht. Vooral tijdens het regenseizoen, omdat alle telefoon- en electriciteitskabels bovengronds lopen. Daar komt nog bij, dat het regenseizoen in Zuid Soedan van april tot september is. Dat betekent dus dat het ongeveer de helft van het jaar regent….
Twee jaar geleden ging ik voor mijn werk voor het eerst naar Zuid Soedan. Een van de bedrijven waarvoor ik werk heeft daar een concessie weten te bemachtigen, die ons het recht geeft om bomen in een teakplantage te kappen en te exporteren. Veel mensen reageren al snel negatief, als ik vertel dat ik werk voor een bedrijf dat bomen kapt. Dus ik voeg altijd maar snel toe dat het een plantage betreft, geen ‘natuurlijk’ bos. De teakbomen zijn in de jaren ‘30 en ’40 door de Britse koloniale heersers in delen van Zuid Soedan geplant, met het doel om uiteindelijk gekapt te worden om zo een goed inkomen voor het land te genereren. Helaas is Zuid Soedan decennia lang geteisterd door oorlog en instabiliteit. Sinds de Britten uit het land vertrokken in de jaren ’50, toen het onafhankelijkheid kreeg (toen nog Soedan), is er geen onderhoud meer gepleegd aan de plantages. Onderhoud van plantages betekent vooral het regelmatig uitdunnen van de bomen-populatie, waardoor je de best groeiende bomen ruimte geeft om verder door te groeien. In dit geval zijn de bomen dus slecht onderhouden en van klein formaat. Als er niet gauw gekapt wordt bestaat de mogelijkheid dat er bomen omvallen of gaan rotten omdat ze geen ruimte meer hebben om verder te groeien. Daarnaast herplanten wij met een ratio van 1:5, in een nieuwe plantage waar de overheid ons bedrijf een stuk land heeft toegewezen om de nieuwe plantage te beheren.
Voor ons bedrijf zoek ik naar potentiële kopers over de hele wereld voor het teakhout. Teak is een van de meeste kostbare houtsoorten tropisch hardhout, met een prachtige kleur en heel ideaal voor buitengebruik. In Nederland kennen jullie het misschien van teakhouten tuinmeubilair, of van het dek op luxe zeiljachten.
Tijdens mijn eerste werkbezoek aan Zuid Soedan – ‘s werelds jongste natie; het verkreeg na jarenlange strijd onafhankelijkheid in 2011 – bezocht ik ook David. Een jongen van tegen de 20, die wij als bedrijf door de middelbare school sponsoren, als deel van ons CSR / maatschappelijk verantwoord ondernemen. David nodigde mij met vol enthousiasme uit om zijn huis te bezoeken. In Afrika is het een echte eer om een gast in je huis te mogen verwelkomen, laat staan als je gast dan ook nog eens zo’n ‘exotische’ blanke dame is. Davids ouders waren jaren geleden al overleden. Hij leeft nu samen met een verzameling zussen, neven, nichten en hun kinderen in een aantal hutjes op een stuk land dat ooit van zijn vader was. Tijdens mijn bezoek aan David en zijn familie werd ik getrakteerd op een schaal vol verse mangos en bananen, zo uit de tuin geplukt. Heerlijk zoet en sappig. Een heel stel kinderen kwam verwonderd kijken wie deze vreemde bezoeker was. Na wat grapjes was het ijs al gauw gebroken en mocht ik met de hele kinderschare om me heen een kostbaar bezit bewonderen: David’s familie-foto album.
Vervolgens was het tijd om de verschillende hutjes op het erf te bewonderen. Al lopend kwamen we langs een huis dat versierd was met een prachtige bloemenketting langs de deurpost. Ik vroeg David waar dit voor diende. ‘In dit deel van Zuid Soedan is het traditie, dat als er een kind geboren is, moeder & kind de eerste twee weken in een apart huis verblijven. Alleen vrouwen mogen op bezoek bij de jongste telg. Zodoende dient de versierde deurpost als een indicator voor de vrouwen en een waarschuwing voor de mannen dat er hier een pasgeboren baby verblijft’, zo legde David me uit. Toevalligerwijs komt moeder met baby juist naar buiten. Het blijkt dat het kleine kindje net twee weken en een paar dagen oud is, dus ‘de kust is veilig’ en het kind mag nu aan de buitenwereld getoond worden. ‘Oh…wat lief. Hoe heet het kindje?’ vraag ik. David antwoordt dat babies pas nadat ze de eerste twee weken hebben overleefd een naam krijgen. Voor dit kind hadden ze nog geen naam gekozen. ‘Nou, je kan haar altijd Corien noemen’, zeg ik grappend. Vol bewondering bekijk ik het kleine wondertje. Maar dan opeens voel ik dikke spetters regen op mijn hoofd. Dat betekent einde bezoek en snel terug naar mijn hotel voordat een tropische regenbui losbarst.
Bij David achterop de brommer – hij is die dag de held van het dorp – kom ik weer veilig terug bij het hotel. Dat was een leuk huisbezoekje, ter afsluiting van mijn werkbezoek aan Zuid Soedan.
Twee weken later ben ik weer terug in Kenia. Ik zit op mijn kantoor te werken en zie een berichtje van David op Facebook verschijnen. David heeft dan wel geen computer tot zijn beschikking, maar ook in het bos in Zuid Soedan hebben jongeren telefoons waarmee ze op Facebook kunnen – ervan uitgaande dat het telefoonnetwerk niet verstoord wordt door de regen. ‘Hi mama Corien’, schrijft David. Vervolgens legt hij mij uit dat de lokale dominee in Zuid Soedan bij hem geïnformeerd heeft wat de naam ‘Corien’ betekent, want hij wil graag het kleine babietje dopen. Ik schrik even….ze hebben mijn grapje om de baby naar mij te vernoemen serieus genomen! Tsjonge. Tegelijkertijd voel ik me ook vereerd. In Afrika is het vernoemen van een kind wel iets heel bijzonders – meestal moeten kinderen volgens traditie naar ouders en broers en zussen vernoemd worden. Ik bel David op, en leg hem uit wat de naam betekent. Ook zeg ik hem dat ik het wel heel speciaal vind dat de moeder ermee heeft ingestemd om het kind naar mij te vernoemen.
Alles gaat als gepland. Het kindje wordt gedoopt en groeit gestaag op. David stuurt mij regelmatig berichtjes met een update over hoe alles gaat, en een keertje ook een foto van de baby. Een jaar later bezoek ik Zuid Soedan weer. Baby Corien en haar moeder komen langs bij mijn hotel. ‘Mijn’ baby Corien is nu ruim een jaar, kan lopen en weet heel duidelijk wat ze wil. Een sterk karakter, net als ik. In stilte dank ik God, voor het voorrecht dat een vreemdeling het heeft aangedurfd om haar dochter te vernoemen naar mij, een buitenlander. Ik hoop en bid dat met het geven van mijn naam, ik ook een stukje toekomst in het leven van dit kleine meisje heb gesproken.